jaarthema
voor als ik het niet weet

Henny Dijkstra
Voorzitter Centrum voor Zelfbezinning
.... de betekenis van niet weten
Niet weten en toch betekenis geven, toch betekenis aan ontlenen. Zo sudderde het in mijn gemoed. Wanneer weet ik het niet en lukt het me om me er toch toe te verhouden?
Ik zie mezelf op zondag 15 maart 2020 einde van de middag voor de televisie staan. De wereld gaat op slot. Verbijstering. Alles wat vertrouwd is, wat ik weet, wat ik ken, is opeens onbekend geworden.
Mijn werkzaamheden stoppen van het ene moment op het andere. Cursussen mogen niet meer. Geen werk, geen omzet.
Familiebezoek mag niet meer. Op 10 april, Goede Vrijdag, exact een jaar na het overlijden van mijn vader, zit ik op de bank, in tranen luisterend naar de Mattheus. Mijn hart gaat uit naar mijn moeder. Ik wil daar zijn bij haar. Samen delen, samen herinneren.
De angst voor besmetting.
Eén herinnering aan ‘het niet meer weten’.
In de loop van mijn leven gebeurde het vaker. Opmerkelijk. Het zijn meestal de crises die me als ‘het niet weten’ het meeste bij zijn gebleven.
In het hier en nu terugkijkend op die momenten is het een kleurige verzameling van ‘betekenis’ momenten.
In het niet weten, heb ik ook mijn eigen kracht ontdekt.
Het uithouden van “ik weet het niet”.
Wat al die momenten met elkaar gemeen hebben dat ik de betekenis van ‘delen’ ervaar. Niet alleen maar het aan een ander kunnen vertellen. Niet alleen de ervaring dat er echt naar me geluisterd wordt. Het is de ervaring van erkenning en herkenning van ‘niet weten’ door de ander die ons verbindt.
Dat maakt het CvZ ook zo bijzonder voor mij. Er is een plek waar ik het niet hoef te weten.

Willem Jan van den Brink
Secretaris Centrum voor Zelfbezinning
Tegeltjes wijsheden
Voor alle denkbare tegenslag bestaat wel een gezegde of spreekwoord om de pijn te bezweren. We houden onszelf voor dat het verlichting biedt, zo’n pleister op de wond. “Een crisis is een kans.” “Oost west, thuis best” “De aanhouder wint.” “Achter de wolken schijnt de zon.” “Wie dan leeft, die dan zorgt.” En wat te denken van “Wat niet weet, wat niet deert.” Werkelijk, hoezo?
Het is allemaal perfect gelopen in mijn leven. Zelfs de misvattingen, verkeerde afslagen en gemiste kansen voltrokken zich met feilloze precisie. Val ik een buil, dan is dat een volmaakte buil. Niet mooier of lelijker, niet groter of kleiner dan precies zó. Past alles wat me overkomt dan in een hemels plan? Ik zou het niet weten, mijn mening voor een betere.
Er is veel wat wij kunnen weten. Over onszelf, over de wereld, dankzij de wetenschap en gestaag voortschrijdende kennis. Je leeft niet in een vacuüm, je leeft in een samenleving. Je leert jezelf kennen juist door het verkeren met anderen. Je weet het uit ervaring.
En dan blijven er genoeg zaken over waar we met ons verstand niet bij kunnen. Een oceaan van niet-weten. We weten bijvoorbeeld niet wat er voor onszelf en onze dierbaren in het verschiet ligt. Alle trendwatchers, toekomstvoorspellers en waarzeggers ten spijt.
Op steenworp afstand woedt een oorlog. Nederland zal onderwater staan als we de dijken niet ophogen. De planeet raakt uitgeput. Het ziet er somber uit als we dingen blijven doen tegen beter weten in, met het ego achter het stuur. Tot besef komen lijkt de aangewezen weg.
En hoe is het gesteld op het thuisfront? Ik luister naar wat het leven van me vraagt en zie wat er op me afkomt. En als ik het even niet meer weet, dan hangt er ergens nog wel een tegeltjes wijsheid. Trouwens, wat ook scheelt is een echt gesprek bij het CvZ.

Lukas van Steveninck
Penningmeester Centrum voor Zelfbezinning
Hans en Grietje
Ik weet het nog, het verhaal van Hans (die van Grietje).
De boze heks haalde hem uit het hok om hem samen met Grietje weg te voeren, te verkopen aan de houthakker.
Kleine Hans wist, voelde dat er iets onheilspellends aan de gang was. Hij pakte kruimels brood, om die onderweg zo te strooien dat hij de weg terug zou kunnen vinden.
Ik herken dat, zeker weten dat er iets onheilspellends gaande is of eraan komt en krampachtig op zoek naar een veilig middel dat dat keert, of een weg terug mogelijk maakt.
Vaak bleek dat naïef, maar het gevoel ik elk geval ‘iets’ doe, deed me goed.
De idee je vanuit het bestaande te wapenen, te beveiligen tegen het onbekende lijkt me een basis valkuil, soms wel zinnig, meestal niet afdoende.
Wat dan wel? Kan dat beter?
De vraag is veel gemakkelijker dan het antwoord. Voor mij tenminste.
Vanuit de metafoor van een rugzak, terugkijkend vaak gevuld met belemmeringen en schijnzekerheden, zwaar zwoegend en eigenlijk veelal niet relevant.
Wat dan wel?
In elk geval een flinke dosis besef dat het kenmerk van onzekerheid is dat ik het niet weet. Besef dat zelfinzicht en gevoel voor waarde en richting me helpen te onderscheiden wat wenselijk is. In mijn houding en mijn gedrag. De ervaring dat het aangaan van het nieuwe, denken en handelend, waarde en waardevolle ervaringen brengt, die een volgende stap mogelijk maken.
Twijfel als meerwaarde, als een welkome vaardigheid, het uit te houden en niet onverhoeds te handelen. Geen onvoorwaardelijke overgave, daar ben ik in elk geval te oud en ik hoop te wijs voor geworden.
En zeker niet onbelangrijk, het besef dat ik er niet alleen voor sta, en dat samen zijn en samen werken meer betekent dan snel succes voor mij als individu.
Het kwam met Hans (en Grietje ) ook goed geloof ik, al weet ik dat eigenlijk niet meer zeker. Al heb ik de idee dat het goed komt wel nodig!

Ton Maas
Bestuurslid Centrum voor Zelfbezinning
De kunst van het niet weten
‘Het leven heeft me godzijdank niets geleerd’ schreef Nescio ooit. Daarmee suggereerde hij natuurlijk niet dat hij dom was. Misschien bedoelde hij wel dat het hem was gelukt om niet-weten als houding aan te nemen, als uitgangspunt. Zo begint een kunstenaar immers meestal aan een kunstwerk, vanuit een diepgevoelde, innerlijke drijfveer maar zonder precies te weten wat er uit zijn of haar handen zal komen.
Maar om in je eigen alledaagse leven het niet-weten tot grondhouding te maken, valt voor de duvel nog niet mee. Hoe makkelijk is het niet om te denken: ‘O, maar dat weet ik wel.’ Daarmee sta je oprechte nieuwsgierigheid in de weg, net als het doen van onverwachte ontdekkingen, zowel in je omgeving als in je eigen binnenwereld.
Door te proberen je steeds bewust te zijn van de beperkingen van je eigen weten, ben je ook steeds minder geneigd om te oordelen over anderen. En dat lijkt me in dit huidige tijdgewricht, waarin we elkaar vaak maar al te graag de maat nemen, mooi meegenomen.