dOOR Mary Catherine Bateson (1939-2021)

HET BELANG VAN SYSTEMISCH WERKEN

Vertaald door: Ton Maas.

Ik vraag me al een tijd af hoe mensen nadenken over complexe gehelen zoals de ecologie van de planeet, het klimaat of menselijke populaties die zich in de loop der eeuwen op verschillende locaties hebben gevormd en nu weer samenkomen. Om over deze dingen na te kunnen denken heb je volgens mij zoiets als systeemtheorie nodig. Dus verdiepte ik me weer eens in de systeemtheorie. De aanleiding daarvoor was mijn bezorgdheid over de toestand in de wereld. Iets dat we allemaal kunnen zien, is dat de internationale samenwerking om allerlei problemen aan te pakken, zoals die na Tweede Wereldoorlog met veel moeite tot stand is gebracht, steeds meer onder druk komt te staan. We zien dat de vooruitgang die we dachten te hebben geboekt op het gebied van rassenverhoudingen, behoorlijk tegenvalt. We zien hoe de Europese Unie uit elkaar begint te vallen. We hebben de klok een paar eeuwen terug gezet als het gaat om wat het betekent om mens te zijn, om een planeet met elkaar te delen en hoe met elkaar om te gaan. Voor je het weet moeten we weer helemaal vanaf nul beginnen.

Een paar jaar geleden werd ik gevraagd om iets te schrijven voor de American Society for Cybernetics. Ik bleef maar zeggen dat ik daar jaren niets aan had gedaan of over had nagedacht, maar ze bleven aandringen. Het ging om een hoofdstuk voor een dik boekwerk genaamd The Handbook of Human Computation – over de verscheidenheid van de interactie tussen mens en computer. Ik zei dat ik daar niets van afwist, maar kreeg als antwoord: ‘Als u geen tijd hebt voor een hoofdstuk, schrijf dan alstublieft het voorwoord.’ Ik vroeg waarom ze dachten dat ik daar dan wel tijd voor zou hebben, waarop de reactie luidde: ‘We sturen u alle samenvattingen toe.’ Enigszins geïrriteerd antwoordde ik dat ze beter iemand anders konden zoeken, maar ze bleven me stukken sturen om te lezen. Ik begon te googelen naar wat human computation betekende en kwam erachter dat er wel degelijk raakvlakken waren met mijn eigen kennis en ervaring. Dus schreef ik alles op wat ik wist over human computation en stuurde het op met de opmerking: ‘Zoals je ziet weet ik er niks van.’ Dat stuk hebben ze vervolgens gepubliceerd.

Ik ben toen toch naar dat congres gegaan en weer in gesprek geraakt met mensen die aan AI werkten. Ik realiseerde me dat ik in mijn jeugd ontzettend veel heb geleerd van mijn ouders, die tot in de jaren vijftig betrokken waren bij de Macy-conferenties over cybernetica. Andere deelnemers, zoals Warren McCulloch, kwamen vaak bij ons over de vloer en zij en mijn ouders voerden de hele tijd discussies, waar ik als kind naar luisterde.

Ik besloot AI niet direct te benaderen, maar via een omweg. Ik had al eerder vastgesteld dat ons vermogen om na te denken over complexe interactieve systemen lijkt af te nemen, dat heel wat inspanningen om internationale samenwerking te bevorderen, ondermijnd worden, landen met meerdere etnische bevolkingsgroepen of dialecten dreigen uiteen te vallen en dat het ook in een samenleving als de Verenigde Staten, met haar vele etnische en raciale groepen, steeds moeilijker werd om tot samenwerking te komen.

Klik hier om de volledige bijdrage te lezen.